Een doorsnee maandag in New York

20 juli 2015 - New York City, Verenigde Staten

Maandag is toeristendag in New York. Alle lokale mensjes weer stropje voor, jasje aan en hup naar het werk. De stad aan het tijdelijke volk. Dat heeft voor- en nadelen.

Voordeel is dat sommige forensen zich geroepen voelen een helpende hand uit te steken als zo’n suffe familie uit The Netherlands een metrokaart staat te bestuderen op een treinstation. We hobbelen achter zo’n zuster Goedbloed aan en bereiken met een half uur vertraging (maar mét de trein) alsnog ons doel: Soho. Buurt bekend om zijn leuke schattige winkeltjes en dito inhoud. Hip dus. Het is even rondscharrelen en dan worden de juiste winkeltjes gevonden. Ik zie in ieder geval twee paar nieuwe schoenen voorbij komen aan bekende voeten. Voor de echte winkelmarathon zit het weer enorm mee. Vanuit een mannenoogpunt wel te verstaan. De zon spaart ook deze dag New York niet en heeft elke verkoelende wolk een schop gegeven. Kuieren door zinderende straatjes, hoe schattig ze ook zijn, vergt een behoorlijke inspanning en vreet de reserves snel op. Van alle deelnemers.

Reserves waar ik in de vroege ochtend sowieso een beroep op heb gedaan door de kersverse fonkelnieuwe hardloopschoenen uit te proberen met een loopje langs de Hudson River. En dat is top! En slecht voor je nek want je blijft om je heen kijken. Torens in alle soorten en maten (maar vooral hoog) en het vrijheidsbeeld en de OneWorld toren (met 541 meter vanaf elk punt in de stad vrij goed te zien) als ijkpunt. Collega-lopers groeten is geen doen; dat zijn er te veel.

Zoals gezegd heeft maandag-toeristendag ook nadelen. Het zijn er namelijk erg veel. Toeristen bedoel ik. En ze willen voor een groot deel allemaal het zelfde. Een bezoekje aan het American Museum of National History bijvoorbeeld staat hoog op het verlanglijstje van de doorsnee bezoeker. De hoofdrol voor dit museum in de filmhit “Night at the Museum” zal daar wel iets mee te maken hebben. Wij komen daardoor niet verder dan de prachtige entree. De Efteling-achtige wachtrijen plus de korte tijd die ons nog rest deze middag doen ons besluiten later nog eens terug te komen. Over een paar jaar of zo. Te oordelen aan de buitenkant van het gebouw is dat de moeite waard.

Eén typisch New York dingetje rest ons nog: de yellow cab. Deze taxi’s kenmerken het straatbeeld en van het hotel naar Pennsylvania station zitten wij in één van die karretjes. Vinkje. Het Amtrak-karretje naar Washington heeft er meer moeite mee. Met anderhalf uur vertraging zwaaien we New York gedag om vier uur later Union-station in een donker Washington binnen te rijden.

Foto’s